Aardmannetjes in Doenrade.
Te Doenrade onder Oirsbeek had eens een knecht rijstepap voor de auvermannetjes vervaardigd, maar had in plaats van brokken peperkoek, stukken van versleten schoenlappen in den pot gestopt. Nu ging hij boven het dampgat van den zolder liggen om den dwergen-maaltijd af te loeren. “Maar”, zei er een van het kleine volkje, “wat zijn de brokken hard!” – “Wel” zei een ander, “dat is eene poets van den knecht! Ga, vriend, men bespiedt ons, blaas dien baas het licht eens uit!” – Des anderen daags had de malle knecht een oog verloren.
Jos. Habets.