De schim van Tieske Prick

Tieske Prick had een jonge boerendochter met zulk een mooi wezen getrouwd, dat zij zich met ere naast een kasteelvrouw kon stellen.

Baron Vos van Brunssum ontmoette haar op zekere dag terwijl hij een wandeling te paard deed. Die jonge vrouw zien en haar begeren was het werk van een seconde. Hij zette zijn paard dwars over de weg, begon een praatje met haar en deed haar tenslotte de verleidelijkste voorstellen.

De jonge vrouw die wel wist wat zij van zulke praatjes te geloven had, gef hem geen schijn van hoop. Woedend en vertwijfeld reed de baron weg.

Sinds die dag vervolgde hij de jonge vrouw met voorstellen van beloningen en bedreigingen, doch daar hij niets won met het een, noch met het ander, kwam het zover dat hij haar in de laan van het kasteel van Amstenrade vermoordde, door haar zijn degen in het hart te stoten.

Tieske Prick stierf kort daarop van verdriet om zijn vrouw en zonder in de gelegenheid te zijn geweest, om zich op de baron te wreken.

Maar nog vele nachten en geregeld op de verjaardag van de moord, kwam hij op de plaats van de moord spoken. Hij stond dan in de laan tegen een lindeboom geleund. Hij droeg een korte broek, een wit voorschoot, een blauw buis en op het hoofd een driekantige steek. Passeerde dan iemand de laan, dan lichtte hij de linkerarm op, bracht de hand voor de ogen, als om beter te kunnen zien, terwijl hij met de rechterhand een blinkend broodmes tegen de boomschors wette. Zo let zijn schim nog op een gelegenheid om zich op de baron te wreken.

Pierre Kemp