Spoken te Oirsbeek.

In oude tijden werd in het dorp Oirsbeek en gehuchten door de geburen des winters nachtwacht gehouden. Eens trokken twee der nachtwachts over het kerkhof, roepende: “twaalf uren heeft de klok, de klok heeft twaalf”. Eensklaps klonk er eene stem uit een nieuw opgeworpen graf: “is het al zoo laat, dan kom ik?”

Angstvol liepen de wachters weg, wekten de geburen, en toen men ging zien, vond men een zinneloos jongeling, “gekke Toon” die in het graf was gekropen.

oooo

Een timmerman in Oirsbeek hoorde steeds des avonds, voor dat men hem eene lijkkist kwam bestellen, een geluid in zijn werkhuis alsof men er schaafde en spijkers insloeg.

H. Welters