Burgemeester, die tevens koster-organist was.

In 1745 werd een zekere Peter Arets koster van Oirsbeek, als opvolger van Jacob van de Vijver, die vermoedelijk in dat jaar het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld. Deze benoeming van Arets heeft destijds onder de bevolking van het dorp nogal deining verwekt. De ontevredenheid richtte zich niet tegen de persoon van de koster, maar tegen de manier, waarop hij benoemd was.

Sedert mensenheugenis hadden de Oirsbekenaren het recht gehad, bij meerderheid van stemmen zelf hun koster te kiezen. Dit maal echter was de aanstelling geschiedt door dr proost van het klooster St. Gerlach te Valkenburg-Houthem, die tot de mede-geërfden van Oirsbeek behoorde en ook op de pastoorsbenoeming een beslissende invloed uitoefende. De burgers van het dorp voelden zich in hun al-oude rechten, waaraan zij sterk gehecht waren, tekort gedaan.

Dat het verzet niet Arets zelf gold, blijkt ook hieruit dat men de kwestie, na aanvankelijk gemopper , op haar beloop liet. Eerst achtendertig jaar na de benoeming van Peter Arets zond burgemeester Hans Willem Tilmans een bezwaarschrift naar de Oirsbeekse schepenbank, waarin hij protest aantekende tegen de gang van zaken bij de laatste kostersbenoeming. De reden, waarom hij er eerst nu mee op de proppen komt, wordt duidelijk uit de inhoud van het geschrift. Peter Arets is inmiddels zesenzestig jaar geworden. Het ogenblik waarop over de keuze van een nieuwe koster zal moeten worden gesproken nadert. Burgemeester Tilmans wil er tijdig voor zorgen, dat een eigenmachtig optreden als dat van de proost van het klooster St. Gerlach zich niet zal herhalen.

Uit alles blijkt , dat de burgemeester, vooraf met Peter Arets over de inhoud van het bezwaarschrift overleg heeft gepleegd. Hij stelt een tiental vragen, waarbij de koster om tijdverlies te voorkomen, meteen de antwoorden heeft gevoegd. Arets vertelt daarin, dat hij na ´t overlijden van zijn grootvader Jacob van de Vijver naar het kosterschap solliciteerde. Hij volgde de gebruikelijke weg en wendde zich tot de inmiddels overleden schepen Ries Limpens, om met diens hulp de meerderheid van de stemmen der parochianen te verkrijgen. Limpens ging voor hem op pad. Toen men voldoende stemmen had verzameld, werd Arets eraan herinnerd, dat hij ook de onmisbare steun van de proost van St. Gerlach moest hebben. Daarop reide hij naar Houthem. De proost verklaarde zich volledig akkoord met de kostersbenoeming en stelde deze meteen op schrift, zonder eerst de gebruikelijke stemming onder de parochianen te laten houden.

´´Wegens sijne jonge jaeren“ en ´t daarbij behorende gebrek aan levenservaring had Arets destijds te goeder trouw gemeend, dat met de schriftelijke benoeming door de proost kon worden volstaan.

Later had hij tot zijn schrik bemerkt dat men hem deze overrompelende aanstelling zeer kwalijk had genomen. De ,,Heer advocaat Limpens, inwoonder tot Chevremont’’ en de toenmalige ,,boergemeester van Oirsbeck, Jan Paulssen” hadeen hem erover aangesproken. Maar toen was het te laat om de fout ongedaan te maken. Bovendien dacht de proost er niet aan achteraf een stemming te laten houden.

***

Met dit bezwaarschrift heeft burgemeester Tilmans, ook dan zij de toelichting van Peter Arets, bereikt wat hij beoogde. De schepenbank bepaalde nadrukkelijk, dat in de toekomst ‘t recht van de parochianen van Oirsbeek om zelf te bepalen wie ,,de kosterie” kreeg, moest worden gehandhaafd.

Peter Arets is in maart 1789 overleden. Hij werd als koster opgevolgd door een naamgenoot, Walram Arets, terwijl diens opvolgers tot en met 1900 eveneens tot de familie Arets behoorden. De laatste van deze naam was Arnold Jozef Arets, die behalve koster-organist ook burgemeester van Oirsbeek was; een aaneenkoppeling van functies, welke in onze tijd niet meer denkbaar is.

Koster-burgemeester Arets werd opgevolgd Jozef Dols, die dertig jaarlang niet alleen een plichtsgetrouwe koster, maar bovendien organist, onderwijzer, klokkenluider en penningmeester van het kerkbestuur was.

Alles bij elkaar is het kosterschap in Oirsbeek gedurende bijna twee eeuwen (185 jaar) in handen van de familie Arets-Dols gebleven!

JOURNALIST